Ik was een paardenmeisje. Hele weekenden bracht ik door op de manege waar ik mijn verzorgpony met liefde overvoerde. Voor paardrijden had ik helaas weinig talent. Daar waar mijn leeftijdsgenootjes na verloop van tijd wedstrijden gingen rijden en deze ook bleken te winnen, bleef ik achteraan sukkelen met een pony die er iedere keer vandoor ging als er iets onverwachts gebeurde en mij daarbij graag van z’n rug afgooide. Ik legde de schuld bij mezelf. Aan mijn onvermogen om aan de pony te zeggen wat ik van hem wilde. Dat de pony ondertussen aan mij heel duidelijk maakte wat híj wilde, daar had ik als twaalfjarige noot bij stilgestaan. Terwijl mij dat nu, met terugwerkende kracht, overduidelijk is. Deze pony wilde niet bereden worden, in ieder geval niet door mij, en zijn manier om mij dat te vertellen was ondubbelzinnig. Toch duurde het decennia voordat ik op deze manier terugkijk op mijn paardenjeugd.
Afgelopen vrijdag nam de Kamer een motie aan om dieronvriendelijke hulpmiddelen en trainingsmethoden in de paardensport te verbieden. Zwepen, sporen, strakke neusriemen en sommige bitten zouden daarmee verleden tijd zijn. Vooral de professionele paardensport zal dat merken.
En dat is hard nodig. Kort voor de Olympische Spelen van Parijs sloeg dressuurruiter Charlotte Dujardin haar paard in een trainingssessie 24 keer in één minuut met een zweep. De beelden gingen rond, ze trok zich terug en werd zes maanden geschorst. Springruiter Max Kühner werd tijdens dezelfde Spelen aangeklaagd wegens ‘barring’, een methode waarbij een paard tijdens het springen bewust pijn wordt gedaan om het hoger te laten springen. Kühner ontkende en het onderzoek liep nog tijdens de Spelen.
Tijdens Jumping Amsterdam in 2024 verschenen foto’s van paarden met blauwe tongen – een teken van zuurstofgebrek door een te strak bit. De internationale paardensportbond FEI stelt dat paardenwelzijn ‘nimmer ondergeschikt mag worden aan competitieve of commerciële invloeden’. Toch greep ze niet in. Anky van Grunsven, meervoudig olympisch kampioen, ontkent zelfs dat paarden op hoog niveau lijden.
Zolang er geen verbod komt op deze hulpmiddelen, zal de paardensport zichzelf niet veranderen. Maar misschien moeten we ons afvragen: als zwepen, sporen en strakke neusriemen nodig zijn om een paard in beweging te krijgen, wat zegt dat dan over paardrijden zelf? Krijgen we paarden überhaupt nog zo gek om te presteren zonder deze dwangmiddelen? En als dat niet lukt, moeten we dan niet concluderen dat paardensport, en misschien paardrijden in het algemeen, op een fundament van gedwongen samenwerking rust?
We accepteren al lang niet meer dat circusdieren kunstjes doen onder dwang. Dolfinaria raken in opspraak omdat dolfijnen geen attractie zouden moeten zijn. Waarom blijven we dan vasthouden aan een sport die, zelfs op het hoogste niveau, afhankelijk is van hulpmiddelen die pijn, stress en onderwerping veroorzaken? Misschien is deze motie niet alleen een noodzakelijke correctie binnen de sport, maar de eerste stap richting een bredere discussie over de vraag of paardrijden nog wel van deze tijd is.
Ik heb mijn antwoord al. Ik ben al lang geen paardenmeisje meer.