De uitkomsten van het convenant dierwaardige veehouderij zijn voor de dieren zeer teleurstellend. In 2030 krijgen koeien recht op permanent drinkwater. Varkens mogen vanaf 2028 niet meer uitsluitend op roostervloeren staan. Ouderdieren in de pluimveesector krijgen er 0,03 m² bij. Voor dieren zijn dit kruimels. Het mag niemand verbazen: wie aan tafel zit, bepaalt de uitkomst. En wie de stoelen verdeelt, bepaalt het gesprek.

De overheid heeft deze uitkomst beïnvloed door het faciliteren en selectief uitnodigen van onderhandelingspartijen. LTO Nederland had vertegenwoordigers uit de kippen-, varkens- en kalverensector. Ook de eierhandel, de vleessector, broedeierenbranche, het CBL en de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie waren aanwezig. Jonge boeren en ZuivelNL schoven aan. Caring Farmers, de koplopers, waren erbij. En dan was er nog één stoel voor de dieren. Eén. Die werd ingenomen door De Dierenbescherming. Met zo’n eenzijdige tafel is het geen verrassing dat elke maatregel die het leven van dieren iets dragelijker moest maken, is afgezwakt of vooruitgeschoven.

Ik was tweemaal aanwezig bij een zogenoemd deeltafeloverleg. Vooraf werd ik gebeld door de voorzitter: of ik niet ‘tegen de veehouderij’ was. Want anders zou ik natuurlijk niet kunnen aansluiten. Tijdens de bijeenkomst vroeg ik me af of de sectorvertegenwoordigers ook waren gevraagd of ze ‘vóór dierwaardigheid’ waren. Dat gevoel kreeg ik namelijk niet.
Ik gaf aan dat onderzoek onder 51.000 vleeskuikens aantoonde dat slechts 2,2% geen problemen had met lopen. Dat betekent dat 38 miljoen dieren per jaar pijn hebben door fokbeleid. Een lagere productiedruk kan dit leed verminderen. Ook wees ik op de moederrol van kippen: opgroeien bij de hen geeft zowel de kip als de kuikens de kans om natuurlijk gedrag te vertonen. Dat is de kern van dierwaardigheid.
Tenslotte vroeg ik om bestaande kennis serieus te nemen. We weten al dat het wegbranden van varkensstaarten pijn doet. En toch wil minister Femke Marije Wiersma opnieuw onderzoeken of dieren het echt fijn vinden om naar buiten te gaan. En wat het beste moment is om biggen of kalfjes van hun moeder te scheiden. Deze onderzoeken zijn geen nieuwsgierigheid, maar vertragingstactieken. De natuur geeft de antwoorden allang.
Mijn bijdragen werden weggewuifd als niet realistisch, ‘Ot en Sien’. Ik ervoer dat als denigrerend, respectloos en arrogant. Daarna mocht alleen de Dierenbescherming nog aansluiten.
De overheid bepaalt mede de uitkomst door te bepalen wie mag meepraten. Het convenant toont dat bij dierwaardigheid volgens deze overheid de economische belangen van de sector zwaarder wegen dan het leven van de dieren die haar draaiende houden. Hun lijden gaat nog decennia door. Omdat andere belangen belangrijker zijn. Daarom heet het resultaat: stappen naar een dierwaardige veehouderij. Geen sprong. Geen koerswijziging. Geen systeemverandering. Alleen kleine, haast onzichtbare passen.