Zeer regelmatig wandel ik door de dorpjes rondom ons hotel. Ik ken de lokale dronkaard, die mij iedere keer probeert over te halen een zelfgebrouwen biertje met hem te drinken. De kinderen van ons personeel, dat allemaal in de buurt woont, kennen mij allemaal. Van onze personeelsfeestjes en de kadootjes met kerst. Ze zijn teleurgesteld als ze mij tijdens een wandeling tegenkomen en alleen een boks krijgen. De baas van het dorp maakt meestal een praatje. Over de school die boeken nodig heeft, over de medische post waar geen bewaker meer is en waar afgelopen nacht is ingebroken.  Over de kerk, waarvan het dak lekt en de bijbels nat zijn geworden tijdens de laatste onverwachte regenbui. Maar nu wij hier alweer vier jaar wonen, weet hij dat ik liever over een ander onderwerp praat. Ik praat het liefst over bomen. 

Ons hotel ligt in het centrum van een voormalige koffieplantage. Een waterbron op het terrein biedt schoon drinkwater voor meer dan 10.000 mensen die in de omgeving wonen. Door de aanwezigheid van water zijn de bomen rondom de bron gigantisch. In de toppen van de bomen vind je zwart-witte franjeapen, diadeemmeerkatten, neushoornvogels en vele andere vogelsoorten. Het Arusha National Park, hemelsbreed maar 4 km van ons verwijderd biedt deze soorten een veilig heenkomen. Hun leefgebied is echter veel groter dan dit kleine park en daar wringt nou net de schoen. 

Het kappen van bomen in is een directe manier om geld te verdienen. Als het tijd is om het schoolgeld te betalen hoor ik opeens veel vaker een elektrische cirkelzaag. Een boom van 100 jaar oud, kan in planken wel een maandsalaris opbrengen. Die keuze is dus vaak snel gemaakt. Toch ervaren diezelfde mensen ook de negatieve gevolgen van het kappen. Het wortelpakket van de gekapte boom sterft af en houdt de grond waar hij stond niet meer bijelkaar. Aardverschuiving zijn het gevolg. In een heftige regenbui, die we hier in bepaalde seizoenen vaak hebben, komen hele modderstromen van de berg af glijden. De obstakels, die deze stromen voorheen tegenhielden, zijn nu banken en bedden geworden. De hitte van de zon wordt niet meer tegenhouden door het grote bladerdek van de bomen. De opwarming van de aarde wordt hierdoor versterkt. En gewassen zijn steeds moeilijker te verbouwen.

Ook overlast van apen groeit. Hun directe route via de toppen van en naar het park wordt bruut onderbroken door lege, droge grond.  Voedsel is niet meer in grote getale aanwezig en de dieren gaan op zoek naar alternatieven. Dat dat soms mais of tomaten zijn, kan ze niet aangerekend worden. De besjes en bladeren van de gekapte bomen zijn tenslotte niet meer beschikbaar. 

Dus, als de baas van het dorp mij aanspreekt, weet hij dat we gaan praten over bomen. In 2019 heb ik samen met de omgeving bijna 10.000 bomen geplant. Bij de school, langs de weg, rondom de waterbron en op ons terrein. In onze eigen kwekerij hebben we zaden uit laten groeien tot stekjes. Die hebben we vervolgens verdeeld over iedereen die mee wilde helpen planten. Voor het planten op ons terrein heb ik betaald. Mensen die in hun eigen omgeving bomen wilden planten kregen de bomen gratis. Daarna moesten ze er zelf voor zorgen. Al lopend door de dorpen kan ik ‘mijn’ bomen precies aanwijzen. Ik voel enige trots. Op mezelf en op mijn buren. 

In 2022 gaan we weer planten. De baas van het dorp weet het al. Het belang van bomen planten begint langzaam maar zeker bij hem door te dringen. Hij vertelt over de mensen in het dorp die hebben uitgezocht waar bomen nodig zijn. Dat zijn allemaal plekken waar bomen de afgelopen jaren zijn gekapt. De overlast hierdoor hebben ze aan de lijve ondervonden. Zelf maak ik me hard voor een corridor van de dorpen naar het park. Zodat de apen veilig heen en weer kunnen gaan.

Als ik een rondje maak over ons terrein zie ik dat sommige bomen uit 2019 al groter zijn dan ik. Ze zullen nog wel even moeten doorgroeien, voordat een aap hier veilig doorheen kan slingeren. Dat weerhoudt me er niet van om in 2022 weer 10.000 bomen te gaan planten. Zodat de schoolkinderen in de schaduw kunnen spelen, de modderstromen beperkt blijven, de apen hun eigen voedsel hebben en de vogels veilig een nest kunnen bouwen. De baas van het dorp is het met me eens. Volgende keer gaan we het weer over bomen hebben.