Uit het rapport Stalbranden van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (2021) blijkt dat er tussen 2013 en 2020 1,3 miljoen (!) dieren zijn omgekomen bij stalbranden. En het gaat dus maar door.
Dit moet stoppen. Een manier om dit te doen is de verantwoordelijkheid voor een veilige omgeving voor zowel de werkende mensen als de werkende dieren bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zaken en onder te brengen. Hier werken mensen die geëquipeerd zijn om gebouwen op hun veiligheid te beoordelen. Die hun jarenlange ervaring op bouwplaatsen, scholen en in fabriekshallen kunnen inzetten voor het veiliger maken van stallen. Het maakt voor een brand namelijk niet uit of het mensenlevens of dierenlevens verwoest. Een onveilig gebouw voor mensen is net zo onveilig voor dieren. Het wordt tijd dat dit ook wettelijk wordt verankerd. Een gebouw met een verhoogd risico zoals een kinderdagverblijf of een café moet een aanvullende omgevingsvergunning voor brandveiligheid aanvragen. Maar een bedrijf met werkende dieren heeft ook een verhoogd risico. Omdat de werkende dieren bij het ontstaan van de brand niet zelfstandig kunnen vluchten. Daarom moeten wat mij betreft álle bedrijven met een verhoogd risico, dus ook varkensstallen en kippenschuren, een aanvullende omgevingsvergunning brandveilig gebruik moeten aanvragen. Werkgevers (boeren) die hun dieren in een (brand)onveilige situatie laten wonen en werken moeten per direct gedwongen kunnen worden te stoppen. Zoals het met fabrieken, scholen, ziekenhuizen en bouwplaatsen ook het geval is. Pas als de situatie veilig wordt bevonden door een onafhankelijke instantie mag er weer gewerkt worden. Waarbij er geen onderscheid wordt tussen veilig voor mensen en veilig voor dieren. Met dierenlevens mag je namelijk geen risico nemen, zoals we dat met mensenlevens ook niet doen.
Uit: ‘Hoeveel vakantiedagen heeft een varken?’