Sinds de nieuwe Tweede Kamer geïnstalleerd is, zijn er voor de dieren in Nederland zware tijden aangebroken.

Vorig jaar nog verbood minister Adema hertenkampen. Wetenschappelijk onderzoek wees uit dat herten ongeschikt zijn om te houden en ze werden daarom niet geplaatst op de lijst van toegestane huis- en hobbydieren. De minister wilde van geen wijken weten en maakte voor de hertenkampen geen uitzondering. Het leed dat deze (vlucht)dieren wordt aangedaan staat niet in verhouding tot de culturele, historische of zelfs educatieve waarde van een hertenkamp. Althans, dat was tot voor kort de mening van de minister. Maar gisteren trok de minister opeens dat besluit in, zonder dat de wetenschappelijke context veranderd is. Hertenkampen veroorzaken nog net zoveel dierenleed als vorig jaar. Toch hoeven zij niet meer uit te faseren en mag er weer gefokt worden met de dieren. ‘Vanwege de lange geschiedenis van hertenkampen in Nederland’ was het argument. We kunnen onze kinderen dus blijven vertellen dat het oké is om wilde dieren op te sluiten. Omdat we dat al heel lang doen.

Voor de dieren in de veehouderij was het eveneens een zware week. Hun leven in de bio-industrie kan het daglicht al jaren niet verdragen en daarom vonden de Tweede en Eerste Kamer het in 2021 echt welletjes. Een amendement van Leonie Vestering werd in beide Kamers aangenomen waardoor het niet meer werd toegestaan om ‘dieren aan te passen aan het systeem’. Deze wetswijziging sluit de deur voor het afbranden van staarten bij biggen, het onthoornen van koeien en het weghalen van een tenen bij hanen. Dat leverde een hoop protest op, want boeren, voerleveranciers en andere aanpalende bedrijven willen niets liever dan zelf bepalen hoe ze met koeien, kippen en varkens omgaan. Toch werd er vanaf 2022 gewerkt aan een convenant Dierwaardige Veehouderij waarbinnen deze wetswijziging praktisch zou worden ingevuld. Tot deze week, toen minister Adema besloot om dit plan in de ijskast te zetten. De dieren waaraan de overheid al jaren beterschap belooft, zijn wederom het kind van de rekening. De wetenschap twijfelt niet aan het leed dat deze dieren iedere dag ondergaan. En toch vindt de minister het nu niet meer nodig om snel verbeteringen door te voeren. En zo kan iedereen komende jaren gewoon goedkoop vlees blijven eten, goedkope eieren bakken en goedkope melk blijven drinken. De prijs die dieren daarvoor betalen is verstopt achter grote stallen en hun geschreeuw wordt overstemd door de sector die alleen oog heeft voor het eigen economische belang.

In een democratie worden minderheden beschermd tegen de tirannie van de meerderheid. Dat is exact wat hier ontbreekt. De overheid faalt in het beschermen van een van de meest kwetsbare groepen in de samenleving. De dieren zijn weer de dupe.