Bij ons op het terrein leven colobus apen. Grote zwarte apen met witte manen die tot ver over hun rug lopen. En een lange witte staart. In het Nederlands heten ze franje apen. Ze zijn de franje van de groene bomen waarin zij wonen. Als je hun gezichten van dichtbij bekijkt zien ze er boos uit. Beetje sacherijnig, eigenlijk. Maar ik vind ze prachtig. Ik zie juist wijsheid in die kwaaie blik, en een soort arrogantie. Daar hou ik wel van.

Ze slingeren met hun lange armen door de bomen, hun staart als een herkenningsteken erachteraan wapperend. Als ze onraad ruiken, en dat is meestal als ik in de buurt kom, dan brullen ze. Als een beer. Hun geluid draagt mijlenver en soms hoor ik ze al terwijl ik nog in bed lig. Ze zijn weer in de buurt, denk ik dan, terwijl mijn hart een sprongetje maakt. Ik vind het gegeven dat ik mijn leefomgeving deel met deze bijzondere dieren heel speciaal. 

Colobus apen eten de hele dag, vooral bladeren. Verder spelen ze en doen ze niets. Ze leven in kleine groepen van zo’n negen apen, waarvan één mannetje. Slapen doen ze in nesten in de top van de bomen. Bij de waterbron, hier vijf minuten lopen vandaan, staan hele hoge bomen. Dat is hun favoriete plek. Rond zonsopgang zie je in de allerhoogste toppen van deze kolossale bomen de colobus apen al zitten. Het ochtend licht met de schemering nog tastbaar, geeft dit beeld een mysterieuze tint. De apen zijn nog geen bladeren aan het verzamelen, ze eten nog niet. Hun nest hebben ze al verlaten maar hun dag moet nog beginnen. Het is dit moment, dit grensgebied tussen nacht en dag, waar ik het meest van de colobus geniet. 

Bijbelse natuurbescherming

De lokale bevolking noemt ze boodschappers van God. Vlak voor zonsondergang en net na zonsopgang gaan ze zo hoog mogelijk richting de hemel en praten ze met God over hun dag. Of God praat met hen over zijn dag, dat detail vertelt de traditie niet. Als atheist geloof ik niet in God. Maar als God dan toch een boodschapper zou kiezen, dan ben ik ervan overtuigd dat hij de colobus zou kiezen. De manier waarop deze dieren in de hoogste bomen afstand nemen van de aarde en hun blik richten op de hemel heeft inderdaad iets bijbels. Ik hoop maar dat de zeer gelovige bevolking de lijn tussen de colobus en God in stand houden. Bijbelse natuurbescherming.