Druilerige dagen, waarop je niets liever doet dan de open haard aan, met een deken op de bank en Netflix binge watchen. In Tanzania komen die niet voor. Hier schijnt bijna altijd de zon. De deuren staan altijd open, een korte broek is 10 maanden per jaar mijn standaard outfit. En, mijn Calvinistische opvoeding maakt dat ik met mooi weer naar buiten moet. Je kijkt geen tv als de zon schijnt. Je zit niet binnen als het mooi weer is. Huppetee, buiten spelen. 

Zodra in Nederland de eerste zonnestralen door het grauwe wolkendek piepen, gaat iedereen naar buiten. Rokjesdag met hele witte benen bestaat echt. De terrassen stromen vol en ondanks de nog lage temperatuur weigeren mensen om naar binnen te gaan. Liever een deken om, een dikke winterjas aan, dan nog één minuut langer binnen zijn, De zon is opeens een primaire levensbehoefte waarin we ons wikkelen en waaraan we ons laven. Als een hagedis warmen we ons aan de zon en laten we ons uit de winterslaap wekken. 

Dwingende zon

Maar de zon is ook dwingend. Je moét naar buiten. Op de fiets, niet meer met de auto. Een extra rondje met de hond want het is zulk lekker weer. En, wie weet,  misschien regent het morgen wel weer. Snel de stoelen in de tuin zetten en van de avondzon genieten. Nog een paar laatste stralen op je gezicht laten vallen. Goed voor je vitamine D. 

Ik vind het moeilijk om die diepgewortelde drang om de zon op te zoeken te laten varen. Mijn gezicht begint al tropische vlekken te vertonen, ondanks mijn dagelijkse factor 50.  De afdrukken van de slippers die ik ieder dag draag, zijn op mijn voeten te zien. De hitte is af en toe bijna ondraaglijk en zelfs een meest schaduwrijke plek is nog te warm. En toch kan ik het niet. Ik kan niet binnen zitten terwijl de zon schijnt. 

Spijbelen

En daarom was ik ook zo ongelooflijk blij toen gisteren (eindelijk!) een echte hele harde tropische regenbui uit de lucht kwam vallen. Druppels zo groot als tuinbonen vielen naar beneden en binnen de kortste keren stond ons terras blank. De honden, normaal aan de wandel op ons terrein zochten snel beschutting onder de veranda. De potten met planten stroomden langzaam over. Op sommige plekken ontstonden waterstromen en kon het water niet snel genoeg weg. Met handdoeken moest ik voorkomen dat het water het huis binnenstroomden.  Toen alles waterdicht was gemaakt en het er niet naar uitzag dat de regen snel zou stoppen riep ik de kinderen. Ik maakte warme chocolade melk en met z’n allen keken we Back to the Future deel 3. De deken lieten we achterwege, de tropische hitte was nog lang niet uit de lucht. 

Het voelde als spijbelen, en oh wat was dat fijn!