Een van de meest dichtbevolkte wildgebieden ter wereld is de Ngorongoro Krater. Sinds 1979 al Unesco erfgoed en nog steeds een wereldwonder.
Een vulkanische krater, met een diameter van zo’n 20 km, 600 meter diep. De dieren die hier op de kraterbodem van 300 km2 leven doen niet mee aan de grote migratie, maar wonen hier permanent. In de krater en de omgeving vind je olifanten, leeuwen, buffels, zwarte neushoorns en luipaarden. In grote getallen zie je ook zebra’s. Giraffes hebben in de krater niet zoveel te zoeken, hun voornaamste voedselbronnen, de acciabomen, zijn hier niet. Daarbij is de rand te stijl voor hun lange poten.
Op pad met een ranger
Maar het wilde leven bevindt zich niet alleen in de krater. Het hele gebied rondom de krater is beschermd en de omgeving is adembenemend. Wij gingen er wandelen.
Met een gewapende ranger gaan we op pad. Een wandeling over de kraterrand is niet helemaal zonder gevaren. Alle dieren die in de krater wonen, komen regelmatig naar boven op zoek naar water en voedsel. Onderweg naar de rangeerpost zagen we al een groep buffels. Die behoren tot de gevaarlijkste dieren. Een buffel valt aan zonder waarschuwing. Andere gevaarlijke dieren die ons pad zouden kunnen kruizen zijn de olifant en de leeuw. De ranger stopt de kogels in de zijn geweer terwijl hij ons vertelt over de risico’s. Hij voegt eraan toe dat hij al 11 jaar wandelingen begeleidt en nog nooit een ernstig incident heeft meegemaakt. Dat stelt gerust. Dan gaan we op pad.
Het eerste dat opvalt zijn de mensen die we tijdens onze wandeling tegenkomen. In het beschermde Ngorongoro gebied leven ruim 40.000 Maasai. Wij zien vrouwen de was doen bij de waterpoelen die door de recente regen zijn ontstaan. We zien jonge kinderen op hun slippers over de smalle paadjes glibberen, daar waar onze ranger extra alert is op de aanwezigheid van buffels. We zien sporen van olifanten waar we eerder een Maasai man met z’n vee voor zagen komen.
We beginnen onze wandeltocht met een beklimming naar de rand van de krater totdat we adembenemend uitzicht hebben op de kratervloer. Met onze verrekijker zien we een grote groep olifanten lopen. We staan op het hoogste punt van het gebied en zien rondom de mooiste natuur op aarde. Hier zijn we stil van. Foto’s doen de schoonheid van dit gebied geen recht. Niemand kan je vertellen hoe indrukwekkend het is, als je na een steile klim op dit punt aankomt. De kleuren van de lucht, de stilte die er heerst. Geen drukke toeristische attractie, maar pure schoonheid. De tijd heeft stilgestaan.
We volgen de rim, de krater steeds in ons blikveld. De paadjes, gemaakt door olifanten zijn verder uitgesleten door de Maasai en hun vee. Daardoor lopen we redelijk comfortabel en hoeven we niet iedere stap voorzichtig uit te kienen. De begroeiing is hier laag. We laten de krater links liggen en dalen af aan de andere kant. Hier is het Maasai gebied en we zien in de verte al de traditionele hutten van de Maasai. Hun vee laat van zich horen door de bellen die ze dragen.
Giraffes en Maasai
Dan zien we een giraffe. En dan nog een. We lopen in de richting van de dieren en na een kwartier zijn we al heel dichtbij. We tellen er vier, dan vijf en we proberen nog iets dichterbij te komen. Mijn broek blijft steeds haken in de kleine acacia struiken die we moeten passeren. Er zijn hier niet voor niets giraffes. Oog in oog met een giraffe. Zonder motorgeruis op de achtergrond, zonder de auto als barrière. Eén met de natuur.