Bij de lunchplaats in Tarangire National Park hebben zich een groep velvet monkeys verzameld. Iedere dag, rond lunchtijd, komen zij hier in de hoop een hapje appel, een droge sandwich met tomaat of een doorgebakken kippenpoot te bemachtigen. Hilariteit alom als dat lukt. 

In de parken zijn geen restaurants. Bezoekers van een park zin aangewezen op de lunchpakketten die de safaribedrijven meegeven. Die verschillen nogal van kwaliteit. De meeste eenvoudige kan ik zo langzamerhand uittekenen. Een appel, een gekookt ei, een pakje sap, een sandwich en een gefrituurde meelbal. Niet echt een maaltijd die aansluit bij het fantastische uitzicht op de Tarangire rivier. 

Boterham met pindakaas en stroopwafels

Wij hebben onze eigen picknick mand meegenomen. Heel Hollands hebben we brood, broodbeleg in de vorm van pindakaas, jam en hagelslag en sandwichspread. Onze kok heeft een heerlijke fruitsalade gemaakt en bij de thee hebben we stroopwafels. 

Als ik kom aanlopen met de mand zie ik de eerste apen mij vanuit de bomen al bespieden. Ik word gevolgd door mijn dochter en zoon. Zijn vriendje is eerst nog even naar het toilet. Het tafelkleed drapeer ik netjes over de tafel alsof we een echt feestmaal gaan krijgen. Ik pak de borden en het bestek en zie in mijn ooghoek de aapjes langzaam dichterbij komen.  Hun soortgenoten hebben bij een tafel naast ons al beet. Het brood in zijn mond is nog in plastic gehuld. Met een paar grote sprongen bereikt hij de hoogste tak van de boom, waar hij op zijn gemak het broodje uitpakt en gaat eten. De getroffen Aziatische familie in vrolijke consternatie achterlatend. 

Apenaanval

Sommige groepen aan de tafels zijn immuun voor de aanvallen van de apen. Het lijkt of de apen precies weten waar wat te halen valt en waar niet. Ik kan niet ontdekken hoe. Ondertussen zijn onze spullen uitgepakt en krijgt mijn zoon de opdracht de apen in de gaten te houden. Wij behoren blijkbaar tot de groep wiens eten op de verlanglijst van de apen staat. 

Het vriendje van mijn zoon komt terug van het toilet en schuift aan tafel. Hij begint zijn brood te smeren, blij verrast met de Hollandse lekkernijen. Ondertussen zie ik de apen een terugtrekkende beweging maken. Een andere tafel krijgt hun interesse. 

Als onze gids erbij komt zitten en aan zijn lunch begint vraag ik op basis waarvan de apen hun doel bepalen. Ik vertel dat de apen zojuist al hun interesse hebben verloren en ik niet begrijp waarom. ‘Racisme’, zegt de gids met een glimlach. ‘De gidsen en de lokale rangers beschermen hun gasten door stenen naar de apen te gooien. Zodra ze een donker persoon aan een tafel zien, weten ze dat de kans bestaat dat er gegooid gaat worden. Ze zoeken daarom naar veiligere plekken om eten te roven. Daar waar alleen de blanke toeristen zijn.’ 

In Nederland noemen we dat etnisch profileren. En het is verboden. Dat hebben de apen hier lak aan. Donkere mensen gooien stenen dus daar blijft je bij uit de buurt. 

Ik geloof niet dat het donkere vriendje van mijn zoon zich door hen gediscrimineerd voelt. Eigenlijk wel stoer, apen die bang voor hem zijn.